Israël

De officiële talen zijn Hebreeuws en Arabisch. Daarnaast worden ook andere talen zoals Frans, Russisch en Spaans gesproken. De meeste Israëliërs spreken Engels, dus met Engels komt een buitenlandse bezoeker vaak een heel eind.

De sabbat loopt van vrijdagavond zonsondergang tot zaterdagavond zonsondergang. Op die dag is het beter niemand thuis te benaderen voor zaken, tenzij een zakenrelatie anders aangeeft. Er rijden geen treinen of bussen op sabbat.

Zakenmensen kleden zich in het algemeen informeel, al wordt het dragen van een net pak met das voor mannen steeds gebruikelijker. Een overhemd met korte mouwen, zonder das, is vrijwel algemeen geaccepteerd.

Ongeveer 63% van de Israëliërs houden zich aan de Joodse religieuze voorschriften (koosjer). Onder meer het eten van varkensvlees en zeevruchten is niet toegestaan. Houd daarmee rekening bij relatiegeschenken of bij het geven van een diner.

Israëli zijn informeel en ze spreken meestal op basis van de voornaam. Een bezoeker kan in gesprekken beter niet over politieke zaken beginnen, zoals de Palestijnse kwestie.

Hiërarchie speelt een beperkte rol. In het moderne bedrijfsleven is er weinig onderscheid tussen de leiding en de gewone werknemer.